-
1 gnaw
v. knagen, knabbelen[ no:] 〈voltooid deelwoord ook gnawn [no:n]〉♦voorbeelden:1 gnaw (away) at • knagen aan, wegknagensorrow gnawed at him • leed kwelde hemII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:gnaw off • afknagen -
2 sorrow gnawed at him
sorrow gnawed at him -
3 kwellen
♦voorbeelden:een gekweld gelaat • an agonized facegekweld worden door geldgebrek • be troubled by lack of moneyeen kwellende pijn • an excruciating painkwellende onzekerheid/problemen • agonizing doubts/problemsgekweld door wroeging/een obsessie • haunted by remorse/by an obsession1 [met betrekking tot water] seep
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский